Boek 6 | buitencontractuele aansprakelijkheid | aansprakelijkheid = fout + schade + oorzakelijk verband | de schade

Dit artikel delen...

Op 1 januari 2025 treedt Boek 6 van het (nieuwe) Burgerlijk wetboek, “buitencontractuele aansprakelijkheid” in werking. 

De nieuwe wetgeving heeft tot doel de materie in een duidelijke en meer leesbare structuur te behandelen. Bedoeling is ook meer rechtszekerheid te bieden. Dit geldt zeker voor wat betreft de materie betreffende schade en schadeloosstelling.

In elk van de zes artikelen van het oud Burgerlijk Wetboek die gewijd zijn aan aansprakelijkheid, vindt men telkens het woord “schade” terug, maar nergens wordt uitgewerkt wat juist met schade bedoeld wordt, hoe de schade moet begroot en vergoed worden. Boek 6 past hier een mouw aan. Niet minder dan 16 artikelen worden gewijd aan het begrip schade en de schadeloosstelling waartoe aansprakelijkheid leidt.


Deze tekst maakt deel uit van een opleiding die Theoma organiseert betreffende het nieuwe boek 6. Lees hierover meer onderaan dit artikel. 


Schade

Schade wordt door artikel 6.24 BW omschreven als zijnde de economische en niet economische gevolgen van de aantasting van een juridisch beschermd persoonlijk belang.

  • Met een “juridisch beschermd” persoonlijk belang wordt bedoeld een belang dat erkend en beschermd wordt door de wet. Zo bijvoorbeeld het recht op leven, recht op fysieke integriteit, het eigendomsrecht, … Het komt de rechter toe te oordelen of er sprake is van een wettelijk erkend en beschermd belang.
  • Is er sprake van een juridisch beschermd persoonlijk belang, dan dient nagegaan te worden of de schade rechtmatig is of niet. Schade die bestaat in het verlies van een voordeel dat rechtstreeks zijn oorsprong vindt in een onrechtmatige gebeurtenis of activiteit die aan de benadeelde kan worden aangerekend, leidt niet tot schadeloosstelling. Om die reden kan er bijvoorbeeld geen vergoeding toegekend worden aan de benadeelde, voor de aantasting van zijn vermogen om zwartwerk te presteren.

Enkel als de schade een rechtstreeks gevolg is van een onwettig feit is er sprake van een onrechtmatige schade, dit indien de onwettige situatie persoonlijk te verwijten is aan de benadeelde. Bijvoorbeeld: een ambtenaar wiens functie naderhand nietig wordt verklaard, kan aanspraak maken op verlies aan inkomsten indien hij slachtoffer wordt van een onrechtmatige daad.

  • Het belang moet persoonlijk zijn. Alleen degene wiens belang geschaad is, kan een vergoeding vragen voor de schade die uit die aantasting voortvloeit. Is er sprake van een collectieve belang, dan komt deze niet in aanmerking voor schadeloosstelling.
  • De schade moet zeker zijn. Het bestaan ervan moet onbetwistbaar zijn. De rechter moet dus overtuigd zijn dat het slachtoffer zich in een betere situatie zou hebben bevonden indien de verweerder het tot aansprakelijkheid leidende feit niet had gepleegd. Met “zekerheid” wordt de gerechtelijke en niet de absolute zekerheid bedoeld.

Toekomstige schade kan ook zeker zijn, met name als zij het zekere gevolg is van de actuele aantasting van een juridische beschermd persoonlijk belang.

Soorten schade

  • Artikel 6.26 BW onderscheid patrimoniale en extrapatrimoniale schade

Patrimoniale schade omvat alle economische gevolgen van de aantasting. Zij omvat zowel verliezen en kosten als winstderving en waardevermindering. Extrapatrimoniale schade omvat alle niet-economische gevolgen van de aantasting van de fysieke of psychische integriteit (bijvoorbeeld: leed, pijnen, …, t.t.z. morele schade). Uitzonderlijk kan ook een de rechtspersoon deze schade ondergaan, voor zover zij verenigbaar is met de aard van deze laatste.

Er wordt geen verdere opdeling gemaakt van de onderdelen van de patrimoniale en extrapatrimoniale schade. Hiervoor kan dan verwezen worden naar bijv. de Indicatieve Tabel.

  • Schade bij terugslag, d.i. de eigen schade (patrimoniaal of extrapatrimoniaal) die een persoon lijdt ten gevolge van een voorafgaande aantasting van het belang van een andere persoon (de benadeelde zelf) met wie de eerste een juridische band of een voldoende nauwe genegenheidsband. Voorbeelden: het overlijden van de rechtstreekse benadeelde heeft een impact op diens echtgeno(o)t(e), ouders, kinderen, broers en zussen. Of de werkgever die verder loont dient uit te betalen, terwijl de rechtstreeks benadeelde geen arbeidsprestaties meer kan leveren.

Schade bij terugslag komt voor vergoeding in aanmerking, maar de aansprakelijke kan aan de benadeelde bij terugslag zowel de fout van de rechtstreekse benadeelde tegenwerpen, evenals de andere verweermiddelen ten gronde die hij aan deze laatste had kunnen tegenwerpen. Voorbeelden: de feitelijke benadeelde is mede veroorzaker van de schade; opzet van de feitelijke benadeelde; feitelijke benadeelde was een geldig exoneratiebeding overeengekomen met de veroorzaker van de schade.

  • Preventiekosten: de benadeelde moet zich in het kader van zijn algemene zorgvuldigheidsplicht gedragen zoals elke voorzichtige en redelijke benadeelde, in dezelfde omstandigheden. Als een mogelijks benadeelde geconfronteerd wordt met dreigende schade, d.i. wanneer vaststaat dat er zich op korte termijn schade zal voordoen indien de nodige maatregelen niet worden genomen, dienen de kosten van de maatregelen die de benadeelde neemt vergoed te worden. Voorbeeld: ik stel vast dat de zijgevel van mijn buur dreigt omver te vallen, daar deze gebrekkig is.

Voorwaarden: de maatregelen dienen dringend en redelijk te zijn, dit om dreigende schade of verergering van schade te voorkomen. Maatregelen ter voorkoming van louter hypothetische schade komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Ook indien de preventieve maatregelen niet het verhoopte resultaat opleveren, komen de gemaakte kosten voor vergoeding in aanmerking.

Vergelijk met zaakwaarneming + met reddingkosten in verzekeringssector.

  • Tussenkomst van de rechter in het kader van preventie.

In plaats van als mogelijk benadeelde zelf preventiekosten te maken, kan deze ook toepassing maken van artikel 6.40 BW: “Bij vaststaande of ernstig dreigende schending van een wettelijke regel die een bepaald gedrag voorschrijft, kan de rechter, op vordering van een partij die aantoont hierdoor een aantasting van een van zijn zaken of van zijn fysieke integriteit te zullen lijden, een bevel of verbod opleggen dat erop gericht is deze wettelijke bepaling te doen naleven.” Vergelijk met artikel 3.102 BW.

Is er al sprake van schade, dan kan de benadeelde ook toepassing maken van artikel 6.28, 2e alinea BW: “De rechter kan de aansprakelijke een bevel of verbod opleggen dat erop gericht is om de verergering van de schade te voorkomen die zou kunnen ontstaan door de herhaling of verderzetting van het schadeverwekkend feit.”

  • Problematiek van de voorbeschiktheid en vooraf bestaande toestand van de benadeelde

De aansprakelijke moet het slachtoffer nemen zoals hij hem aantreft. Er wordt bij de vaststelling van de schade van de benadeelde geen rekening gehouden met zijn aanleg of ontvankelijkheid voor schade. De aansprakelijke is gehouden tot integrale schadeloosstelling, zelfs in de mate de voorbeschiktheid mee oorzaak is van de schade.

Is er sprake van een vooraf bestaande toestand bij de benadeelde, dan dient de aansprakelijke enkel in te staan voor de vergoeding van de nieuwe schade of voor de verergering van de bestaande schade. De rechter moet derhalve de vooraf bestaande toestand van de benadeelde in aanmerking nemen in de mate dat die schade ook zonder het schadegeval zou ontstaan zijn.

Indien de aansprakelijke bewijst dat het tot aansprakelijkheid leidende feit tot gevolg heeft dat schade vroeger is opgetreden dan het geval zou zijn geweest zonder dit feit, dan leidt enkel de schade die het gevolg is van het vervroegde optreden tot schadeloosstelling.


De gevolgen van aansprakelijkheid => integrale schadeloosstelling

De schadeloosstelling dient integraal te zijn, t.t.z. alle schade en niets dan de schade moet worden hersteld, dit rekening houdend met de concrete situatie van het slachtoffer na het ongeval.

  • Doel van de schadeloosstelling:

Bij patrimoniale schade: benadeelde terug plaatsen in dezelfde toestand als het tot aansprakelijkheid leidend feit zich niet had voorgedaan  de toestand waarin de benadeelde zich bevond vóór het schadegeval => dynamische i.p.v. statische benadering.

Bij extrapatrimoniale schade: toekenning van een billijke en passende vergoeding voor de schade.

  • Wijze van schadeloosstelling

Herstel in natura | schadevergoeding | of combinatie van beide

+ eventueel winstafdracht aan de benadeelde: “Wanneer de aansprakelijke, opzettelijk en met de bedoeling winst te realiseren, inbreuk heeft gemaakt op een persoonlijkheidsrecht van de benadeelde of zijn eer of reputatie heeft aangetast, kan de rechter de benadeelde een bijkomende vergoeding toekennen gelijk aan het geheel of een deel van de nettowinst gerealiseerd door de aansprakelijke.”

Vgl. artikel 1.11 BW: “De opzettelijke fout, gepleegd met het oogmerk te schaden of uit winstbejag, mag de dader geen voordeel verschaffen.”

  • Peildatum voor schadebegroting = tijdstip effectieve schadeloosstelling (datum vonnis)
  • Herstel in natura = de gevolgen van de tot aansprakelijkheid leidende gebeurtenis in werkelijkheid ongedaan te maken. Dit kan:

herstel in natura op vraag van de benadeelde: door de aansprakelijke of door een derde, op kosten van de aansprakelijke.

Uitzonderingen:

– herstel in natura is onmogelijk
– herstel in natura zou onredelijk zijn
– herstel in natura zou dwang op de persoon impliceren
– herstel in natura zou strijdig zijn met de menselijke waardigheid
– herstel in natura zou rechtsmisbruik uitmaken.

herstel in natura op voorstel van de aansprakelijke: benadeelde kan het aanbod weigeren indien hij hiervoor gegronde redenen heeft.

  • Herstel door schadevergoeding ≠ herstel van schade, maar een passende vergoeding voor het leed, de pijn of andere stoornissen. Ook deze schadevergoeding dient zoveel als mogelijk in concreto begroot te worden.
  • Schadebegroting

Alle schadeposten dienen afzonderlijk te worden begroot. Zo is duidelijk wat vergoed werd en wat niet. De begroting kan, indien exacte bepaling onmogelijk is of buitensporige kosten zou noodzaken, bij benadering gebeuren. Is er geen andere wijze van begroting mogelijk, dan kan de schadevergoeding naar billijkheid (ex aequo et bono) vastgesteld worden.

Begroting van toekomstige schade door aantasting fysieke of psychische integriteit gebeurt, naargelang passend:

– forfaitair
– door kapitalisatie
– door uitbetaling van een rente

De rente kan ambtshalve opgelegd worden door de rechter, zonder dat partijen hierom vragen, dit ter bescherming van de benadeelde. Dit kan bijvoorbeeld als er een risico is dat de benadeelde niet bij machte is een groot kapitaal te beheren of als de benadeelde afhankelijk is van familie die het kapitaal mogelijks voor verkeerde doelen zullen aanwenden.

  • Voordeelstoerekening

De uitkeringen en voordelen die de benadeelde niet zou hebben ontvangen zonder het tot aansprakelijkheid leidende feit en die strekken tot schadeloosstelling van de door de aansprakelijke veroorzaakte schade, worden in mindering gebracht op de schadevergoeding. Voorbeelden: tussenkomsten door de ziekteverzekering, het overlevingspensioen welk aan de overlevende echtgenoot toekomt, … D.i. in principe voor vergoedingen waarvoor de uitkeerder een subrogatoir verhaal kan instellen.

Uitkeringen en voordelen toegekend met het oogmerk de benadeelde te begiftigen, worden niet in mindering gebracht op de schadevergoeding. Dit geldt ook indien de gift er gekomen is naar aanleiding van de toestand waarin de benadeelde zich bevindt. Als de gift niet tot doel heeft de schade te vergoeden, maar enkel om de schade te verminderen, kan er geen verrekening geëist worden.

  • Verergering van schade

Er geldt een voorbehoud van rechtswege voor onvoorzienbare verergering van schade als gevolg van een aantasting van de fysieke of psychische integriteit van het slachtoffer. Een slachtoffer kan, binnen de grenzen van de verjaringstermijn, terug naar de rechter stappen om schadevergoeding te verkrijgen voor nieuwe schade of voor een onvoorzienbare verergering van zijn oorspronkelijke schade.

Voorwaarden:

– er moet sprake zijn van nieuwe schade = is schade die in haar beginsel niet in aanmerking werd genomen bij een eerdere schadebepaling omdat ze toen nog niet bestond.
– de verergering moet onvoorzienbaar Het moet onmogelijk geweest zijn erop te anticiperen en om ze bij de oorspronkelijke schadebepaling in rekening te brengen.

Van dit voorbehoud van rechtswege kan voor schade die het gevolg is van een aantasting van de fysieke integriteit, niet afgeweken worden.

Het maken van een gerechtelijk voorbehoud blijft relevant voor de voorzienbare mogelijke verergering waarvan de realisatie nog niet zeker was ten tijde van de schadebegroting. Het gerechtelijk voorbehoud is bovendien 20 jaar geldig te rekenen vanaf het vonnis. Het voorbehoud van rechtswege zoals bepaald door artikel 6.37 BW verjaart na 20 jaar, te rekenen vanaf de dag volgend op die waarop het feit waardoor de schade is veroorzaakt zich heeft voorgedaan.

  • Zaakschadeverzekering

Schadeloosstelling in geval van beschadiging = kosten van het herstel (eventueel vermeerderd met een minwaarde), tenzij er sprake is van totaal verlies. Indien totaal verlies dan kan de benadeelde aanspraak maken op bedrag waarmee een zaak met dezelfde kenmerken kan aangekocht worden.

Schadeloosstelling in geval van totaal verlies of herstel onmogelijk = vergoeding van de kosten die nodig zijn voor vervanging van de zaak door een zaak met dezelfde kenmerken die dezelfde functies vervult. “In de regel” in nieuwwaarde, maar indien een vervang product beschikbaar is, in werkelijke waarde. Voorbeeld: er is geen tweedehandsmarkt voor tandprotheses, dus vergoeding in nieuwwaarde. Voertuigschade wordt vergoed in werkelijke waarde, daar men tweedehands wagen kan kopen ter vervanging van vernielde wagen.

  • Vrije beschikking over de schadevergoeding

Indien de schadeloosstelling gebeurt door betaling van een schadevergoeding, heeft de benadeelde geen verplichting om over te gaan tot herstel. Schade moet hersteld worden, onverminderd of de benadeelde naderhand al dan niet tot effectief herstel overgaat? De benadeelde kan vrij beschikken over de vergoeding; hij is niet verplicht om de vergoeding aan te wenden voor effectief herstel van de schade.

Uitzondering: vergoedingen toekomend aan minderjarigen en onbekwaamverklaarden.


Theoma advocatenkantoor treedt ondermeer op voor diverse verzekeringsmaatschappijen in dossiers van familiale aansprakelijkheid, BA ondernemingen, beroepsaansprakelijkheid, ABR, … Daarom dat ook het aansprakelijkheidsrecht ons nauw aan het hart ligt en wij elke evolutie in de materie op de voet volgen. Deze tekst maakt deel uit van een opleiding “boek 6” welke Theoma organiseert. Ook interesse in een opleiding in uw organisatie? Neem contact op met ons via info@theoma.be


Dit artikel delen...